Groter

Groter

Van toen ik klein was maar dat ben ik nu niet meer want nu ben ik groot. Nou nog niet groot maar groter wel dan toen ik klein was. Kleiner was. En in de groep zitten bijna alleen maar kinderen die kleiner zijn jonger zijn. Dan ik. Dan ik ben. Ik bedoel dat ik groter ben dan die andere kinderen.

Ik ben ook ouder. Dan de meeste kinderen. En groter, maar dat is logisch omdat ik ouder ben. Dan heb je meer tijd gehad om te groeien dus ja, dan gaat t een soort van vanzelf. Met tennis ook natuurlijk. Ik kan het beter omdat ik meer tijd heb gehad om te oefenen.

Mijn zus is groter dan ik. Die studeert omdat ze veel ouder is. Nou niet omdat ze veel ouder is maar ze is wel veel ouder. Dan ik. Mijn zus is veel ouder dan ik. En ze studeert. Maar als we tennissen win ik. Ik heb gewoon veel meer geoefend dan mijn zus. Ze is groter en ouder en minder goed.

Mama is beter dan ons allemaal. Wij allemaal. In de competitie verliest ze steeds. Maar dan mag ik achter de bar. Ik kan biertjes tappen!