Blog clubkampioenschappen

18 juni 2025


BLOG #7
21 juni – finale, bbq, feest

OVERAL OM ME HEEN IS RUIMTE (1)

“Baan 3!” Dick zegt het met die blik in zijn ogen. Die blik waarin plezier, verwachting en spanning om voorrang strijden zonder dat één van die drie ooit de overhand krijgt. Ik ken die blik. Van mijzelf, in de spiegel. Van andere spelers – teamgenoten, tegenstanders – voordat we de baan opstappen. Als we voor onze herendubbelfinale tegen Stan & Bas op de baan staan, is die blik weg. Maar nu is ‘ie er nog, weet ik. Dick loopt het clubhuis uit om zijn Sodastream fles te vullen, en ik kijk naar baan 3. Geveegd, leeg – vooral leeg.

Een tennisbaan zonder spelers is als een theater zonder artiesten. Vanuit de toneeltoren valt knalhard TL-licht op de bekraste vloer. Het beeld roept associaties op met uitvoeringen die je bezocht, of maakt nieuwsgierig naar de voorstelling waarvan de tickets al in je telefoon zitten. Als een theaterpodium heeft een lege tennisbaan beweging nodig om betekenis te krijgen. Nu is baan 3 een leegte, meer niet.

DE BEWEGING
Er zijn twee soorten beweging: de beweging in de ruimte (de persoon staat met de voeten op de grond, en beweegt) en de beweging door de ruimte (de persoon loopt, rent, springt, hinkelt, et cetera). Balsporters en dansers maken eindeloze combinaties van deze twee soorten bewegingen. Bij podiumdans zijn die bewegingen grotendeels vastgelegd (choreografie), bij sport bepaalt de wedstrijd wat de spelers doen en wordt er vanaf de start geïmproviseerd. Maar in beide gevallen geven de bewegingen van de dansers en de spelers betekenis aan de ruimte.

DE RUIMTE
Als sporter moet je die ruimte leren bekijken (begrijpen ook, denk ik), en leren gebruiken. Vermoedelijk verloopt het leerproces volgordelijk – eerst kijken, dan begrijpen, dan gebruiken. Maar leren kijken doe je tijdens het spelen, en al doende komt het begrip. 

Op de foto zie je Johan Cruijff zoals ie talloze malen is gefotografeerd, het beeld is iconisch: bal aan de voet, de blik richting het veld. Er zit iets onaantastbaars, bijna onthecht in de combinatie van concentratie in de blik en ontspanning waarmee zijn voet de bal in bezit houdt. Maar er is in deze foto meer te zien dan een veldheer: Cruijff kijkt niet zomaar, hij scant de ruimte. Het is iets dat hij leerde bij honkbal, een sport waar hij tot vlak voor de start van zijn professionele voetbalcarrière catcher was. De catcher overziet als enige het hele veld, beslist of de bal die hij heeft gevangen in zijn handschoen kan blijven of naar een honk moet om een steal te voorkomen – of zelfs een dubbelspel uit te spelen.

In tennisles leren we zoomen en scannen: een soort yoga voor de hersenen, waarbij we met onze blik inzoomen op de bal (ultiem: we zien de bal die ons racket raakt), waarna we onze blik breed op het veld tegenover ons richten (scannen) zodat we in de ruimte zien wat onze tegenstander met de bal doet die naar haar/hem onderweg is. Zo help ik mijn leerlingen kijken: kijk vooral naar de ruimte, niet de hele tijd naar de bal.

KINETISCH DIFFERENTIATIEVERMOGEN
Sporters die goed overzicht over het veld combineren met inzicht in de bewegingen op het veld, kunnen sneller handelen dan sporters die dit vermogen missen. Het heeft een naam: het kinetisch differentiatievermogen. Een goed voorbeeld is Luc de Jong, die bij een corner te midden van bewegende tegenstanders en bewegende medespelers de indraaiende bal achter de keeper kopt. Een nog beter voorbeeld: de keeper die die kopbal weet te keren.

OEFENEN 1
Op de tennisbaan trainen we dit vermogen door beginnende spelers een bal te laten ontvangen (tikkie, de bal één tik hooghouden), de bal te laten stuiteren en dan de bal over het net te laten slaan   (takkie). In tikkie-takkie-tennis kun je veel variëren: gebruik voor tikkie en takkie zowel forehand als backhand; laat de bal maximaal één keer stuiteren (of helemaal niet meer – tikkie takkie badminton). Een hele uitdagende manier om de ruimte te verkennen, is de leerlingen tussen tikkie en takkie een pirouette te laten draaien. 

OEFENEN 2
Al mijn leerlingen oefenen regelmatig in aangepaste velden: dubbelspel op een half veld; vakken in het veld uitschakelen; het veld juist verbreden; de positie van de service verplaatsen (richting hek, naast de baan of juist in het veld) en/of het servicevak verplaatsen; de hoogte van het net veranderen – of een combinatie van die zaken.

OEFENEN 3
Jeugdspelers warmen op met air-hockey, een teamspel waarbij de bal tijdens het lopen wordt hoog gehouden of door de lucht naar een teamgenoot wordt gepasst. Elk team heeft een bankje te verdedigen, de rugleuningen tegenover elkaar – de doelen staan als het ware omgekeerd. Scoren doe je door de bal tegen de voorkant van de rugleuning te spelen. Als je een grote groep hebt, kun je twee keer twee teams tegen elkaar laten spelen, waarbij in hetzelfde veld de ene wedstrijd Noord-Zuid speelt, de ander Oost-West.

Zelf speelde ik onlangs een potje rolstoelrugby – teams van vier spelers proberen de bal tussen de doelpalen over de achterlijn bij de tegenstander de rijden. Tot het zover is mag de bal alleen worden overgespeeld. Hoe we het kinetisch differentiatievermogen verwerven en trainen, is niet zo belangrijk. Er vinden doorlopend transfers van de ene naar de andere sport plaats – denk maar aan Cruijff (1) die zijn vermogen tot zoomen en scannen in het honkbal leerde en er in voetbal beroemd mee werd. 

DANS

Dans definieert de ruimte. Podiumdans wordt gepresenteerd in een theater – een zo neutraal mogelijke ruimte, die er helemaal voor gemaakt is om de dansvoorstelling de ruimte te laten “maken”. Wij zitten in de zaal. Vanaf het moment dat het zaallicht dooft, betreden we een wereld waar we het bestaan nog niet van kennen. Voor dansmakers zijn ruimtes die al een betekenis hebben, een enorme uitdaging. Hier moet een betekenis worden veranderd – in elk geval voor de duur van het optreden.

De Spaanse dansmaker / choreograaf Libertad Pozo Rodriguez werkt vrijwel alleen maar op locatie. Ik moest aan haar flash mob in Winkelcentrum Magna Plaza [link] denken, toen ik de ceremonie zag die vooraf ging aan de herenfinale van Roland Garros dit jaar. (Een dag eerder had ik die bij de damesfinale gemist.) Door het oog van de TV-regisseur keek ik met de bezoekers naar de transformatie van Court Philippe-Chatrier. Een dansvoorstelling in zo’n open ruimte (met zo’n sterke identiteit) moet zo sterk zijn dat de blik van de toeschouwer bij de dansers blijft. Die uitdaging beweegt zich tussen verleiden en dwingen – als de toeschouwer zich mee laat nemen, gaat zij/hij mee de nieuwe ruimte in en wordt zo deel van de theatrale werkelijkheid. De betovering – want dat is het – wordt verbroken als de voorstelling is afgelopen en is vergeten als de spelers hun entree maken en van de tennisbaan weer de sportarena maken die het is.

SPORT ALS DANS
Het vraagt niet eens zoveel verbeelding om in een tenniswedstrijd een choreografie te zien. Een enkelpartij is een pas-de-deux waarbij de spelers als door een onzichtbare draad met elkaar verbonden zijn. Ze sturen elkaar door de ruimte, die ze groter maken of kleiner. Ze versnellen, vertragen, springen en duiken In een dubbelspel voeren de vier spelers een dans op die uit korte, snelle fragmenten bestaat, afgewisseld met langdurige momenten van verstilling. “Dans gaat over dans”, zei choreograaf Hans van Manen. Sport gaat over sport.

Elke keer dat op een baan getennist wordt, krijgt de baan betekenis. En bij elke wedstrijd is die betekenis anders: niet twee slagen zijn hetzelfde, niet twee keer stuit de bal hetzelfde. Maar er is spanning, er zijn emoties, er is beweging, er ontstaat ritme, er is dans. En net als met een voorstelling stopt het met bestaan als de wedstrijd afgelopen is. De toeschouwers vertrekken, de spelers slepen de baan die verweesd achterblijft.

Fulco

(1) Overal om mee heen is ruimte, verhalen uit de bovenhoek (uitgeverij Atlas, 2002) Chris Keulemans

(2) Op de dag van zijn overlijden (24 maart 2016) beschreef De Volkskrant het leven van Johan Cruijff onder de kop “Een balletdanser van het totaalvoetbal”. Het was niet de eerste keer dat voetbal werd vergeleken met dans. Bekijk de fascinerende documentaire ‘Schijnbewegingen: Over Voetbal en Dans’ [link] (NOS, 1988) met Rudi van Dantzig (toenmalig artistiek leider van Het Nationale Ballet & choreograaf) en Johan Cruijff (voetbalicoon). Het gesprek tussen Van Dantzig en Cruijff vindt plaats tijdens de repetities met de prachtige danser Clint Farha, die met Van Dantzig aan een solo werkt op basis van het bewegen van Marco van Basten. De gesprek en opnamen van de repetities zijn doorsneden met fragmenten van de uitvoering en van de Europa Cup 2 wedstrijd van Ajax tegen Malmö FC (1987).

Oudere blogs

Foto's

Midzomernachtfeest

Nieuwscategorieën